Welkom bij de test voor uitstelneiging van de Universiteit Groningen, Harry Schouwenburg, b.d.
Studie Ondersteuning.
Vul de 20 vragen van deze lijst in door bij iedere vraag het knopje van je keuze aan
te klikken. Je kunt je keuze altijd veranderen door op een ander knopje te
klikken. Na het invullen van alle vragen kan je de vragenlijst laten
scoren door de knop aan te klikken. Jouw scores worden dan vergeleken met die
van andere studenten. Je krijgt daarbij een kort commentaar op de uitslag.
In welke mate zijn onderstaande uitspraken op jou van toepassing?
Vragen
Oordeel
1. Ik ben vaak bezig met dingen die ik al veel eerder had moeten doen.
vrijwel nooit vrijwel altijd
2. Ik begin pas op het laatste nippertje voor een tentamen te werken.
vrijwel nooit vrijwel altijd
3. Als ik een bibliotheekboek uit heb, lever ik het meteen in.
vrijwel nooit vrijwel altijd
4. Als het 's ochtends tijd is om op te staan, kom ik meteen uit bed.
vrijwel nooit vrijwel altijd
5. Als ik een brief schrijf, zit er nogal wat tijd tussen het schrijven en
het op de bus doen.
vrijwel nooit vrijwel altijd
6. Als ik iemand moet terugbellen, doe ik dat meteen.
vrijwel nooit vrijwel altijd
7. Kleine klusjes laat ik dagen liggen.
vrijwel nooit vrijwel altijd
8. Ik neem mijn beslissingen zo snel mogelijk.
vrijwel nooit vrijwel altijd
9. Ik heb de neiging verplichtingen uit te stellen.
vrijwel nooit vrijwel altijd
10, Ik moet me gewoonlijk haasten om mijn werk op tijd af te krijgen.
vrijwel nooit vrijwel altijd
11. Als ik weg moet, zijn er op het laatste moment nog dingen te doen.
vrijwel nooit vrijwel altijd
12. Zelfs als ik dringend iets af moet maken, ben ik nog andere dingen aan het
doen.
vrijwel nooit vrijwel altijd
13. Ik ga het liefst vroeg naar een afspraak.
vrijwel nooit vrijwel altijd
14. Als ik een opdracht moet uitvoeren, begin ik er meteen aan.
vrijwel nooit vrijwel altijd
15. Ik heb een taak eerder klaar dan strikt nodig is.
vrijwel nooit vrijwel altijd
16. Sinterklaas- en verjaardagscadeautjes koop ik op het laatste moment
vrijwel nooit vrijwel altijd
17. Zelfs belangrijke dingen koop ik op het laatste moment
vrijwel nooit vrijwel altijd
18. Alle dingen die ik me op een dag voorgenomen heb, doe ik ook
vrijwel nooit vrijwel altijd
19. Ik merk dat ik dingen tot morgen uitstel.
vrijwel nooit vrijwel altijd
20. Ik zorg ervoor dat ik alle dingen die ik moet doen overdag klaar heb,
zodat ik 's avonds kan uitrusten.
vrijwel nooit vrijwel altijd
Als je alle vragen hebt ingevuld kan je de vragenlijst scoren door de
knop aan te klikken. Jouw scores worden dan vergeleken met die van andere
studenten. Je krijgt een kort commentaar op jouw uitslag.